Tijdens mijn werkzame leven had ik er geen moeite mee, net als de meesten, om mijn tijd nuttig te vullen. Ik gaf vele jaren Engelse les op middelbare scholen en had nog meer jaren mijn vertaalbureau, vertaalde en tolkte dat het een aard had, bracht in mijn eentje twee zonen groot, erg groot zelfs. En had, heb nog steeds, een praktijk als counsellor, hypnotherapeut en magnetiseur.
En dan opeens ben je 65. Je krijgt AOW en een pensioentje en hebt voor jezelf een en ander opzij gelegd, om nare verrassingen op te kunnen vangen.
En dan?
Ik stopte met het vertaalbureau maar hield de praktijk aan om niemand ‘te laten vallen’. Op kleine schaal. Zonder nog ergens te adverteren.
Dat laat nog veel tijd over in een week. Daar moet natuurlijk wel iets moois mee worden gedaan. Nu speel ik al jaren blaasmuziek. Via saxofoon (tenor en alt) en althoorn nu trombone bij de muziekvereniging. Mijn lust en mijn leven. Maar ja, je kunt niet de hele dag trombone spelen. Ik tenminste niet. Toen besloot ik te leren piano spelen. Daar ben ik ook aardig wat tijd mee zoet in de week.
En verder?
Verder lees ik Proust, in het Frans, ben er al een jaar mee bezig en ben nu over de helft van de 7706 pagina’s. Snel gaat het niet, dat komt omdat ik alle nieuwe woorden opzoek. Ik heb veel steun aan mijn Engelse achtergrond, aangezien beide talen veel leenwoorden hebben van elkaar. Dus over een jaar mag je me alles vragen over Proust, zijn denkbeelden en zijn ervaringen in de hoogste kringen van Parijs en wijde omgeving. Best verrassend, dat boek. Á la recherche du temps perdu. Bijkomend voordeel is dat ik er zo lekker op slaap. Al na 5 pagina’s vallen mijn luikjes dicht.
En schrijven, dat had de oplettende lezer al opgemerkt, is ook iets dat ik graag doe.
Als je nog moet werken voor de kost, kun je je nauwelijks een voorstelling maken van de tijd die daarna komt, als die je is gegeven. Het heeft mij zelf verbaasd dat ik mijn vertaalbureau van de ene op de andere dag aan de wilgen kon hangen. Maar ik kon het, ik deed het. En het voelde goed.
De stress van het steeds op tijd moeten leveren van foutloos Engels, maar ook alle andere talen, waarvoor ik werkte met freelancers. De stress van klanten die niet, of niet op tijd, betalen, want bij de bakker kan ook ik niet gratis brood halen. Die stress is er niet meer nu, heerlijk. De klantjes voor de counsellingpraktijk betalen contant of met pin, dus daar heb ik er geen kopzorgen over. Ik beschouw het als een prettige bijverdienste, ik kan er mooi mijn pianojuf van betalen.
Helaas, door de coronamaatregelen moest de praktijk dicht.
Door die maatregelen, waar ik overigens volledig achter sta, viel ik in een diep gat. Mijn werk was nu volledig weg, de muziekvereniging zat op slot, mijn pianolessen mochten niet meer doorgaan. Geen bezoek van of aan familie – wat bij ons een plezierige regelmaat kende – , alles hield op te bestaan. Ik vocht tegen mijn tranen. Ik troostte me met het feit dat ik tenminste nog mijn man mocht knuffelen, voor hoevelen was zelfs dat niet mogelijk? Ik vond het moeilijk mijn tijd te vullen met alleen lezen, schrijven en trombone- en pianospelen. Het klinkt als een boel activiteiten, maar dat is het niet, want in de week hou ik nog vele uurtjes over die mooi konden worden ingevuld.
En nog een boek schrijven? Nee, na vier boeken houd ik het (voorlopig?) voor gezien, ik hoef niet naar het boekenbal of zo, dank je wel.
O, ik heb echt begrip voor de opstandelingen die tegen deze maatregelen zijn. Opgehokt zijn is vreselijk en de frustraties groeien met de dag. Maar begrip is wat anders dan het ermee eens zijn. Ik snap ze, maar zou willen dat Rutte het ze eindelijk duidelijk maakt hoe deze vork in die steel zit. De vork van de verspreiding in de steel van dat snertvirus. Toe Mark, leg ze dat nou eens uit in Jip-en-Janneke-taal. Zodat we allemaal onze tijd weer mooi kunnen gaan invullen.